Eerstejaars nieuwelingen slaan keihard toe op NCK

Het parcours van het NCK in Dronten is als de provincie: recht, lang, overal wind. Behalve vandaag. Op weg naar Dronten reden we door een schitterende herfstdag, mist lag op de velden. Dat betekent: windstil. Maar over die prachtige mist ging het niet, toen we aankwamen op het grote plein, vlakbij de start, waar DTS zijn tenten mocht opslaan omdat de club vorige jaar het NCK gewonnen heeft. Weliswaar niet bij de junioren maar het A-team. Maar de glans van het a-team straalde wel af op de jongens die het vandaag moesten gaan doen. Dat team zag er iets anders uit dan verwacht: Thom was geblesseerd, Quinten ziek. Er moest even geslikt worden, maar toen duidelijk werd dat Bassir en Justin het team kwamen versterken was het leed snel geleden. Er waren andere zorgen, want de fietsen van de nieuwelingen moesten omgebouwd worden. Leek het even of de jongens op een 14 mochten rijden, nadat de voorzitter van de jury Jan-Dick verzekerd heeft dat er gecontroleerd zal worden op de verzetten besluiten we toch de wielen om te bouwen: de juniorenverzetten eraf, en de nieuwelingenverzetten er weer op. Jammer, vooral Pijke had zin om voor de wind “lekker te blazen”.

“Ik hoop dat we bij elkaar kunnen blijven,” zei Bassir voor de start. “Ja, het is wel spannend, vorig jaar reed ik nog tien kilometer, nu dertig. Met een opzetstuurtje en een helm, dat is allemaal nieuw. Ik hoop dat ik er niet gelijk afvlieg.”

Justin laat het allemaal lekker over zich heen komen – nu nog wel, na de wedstrijd is dat anders. “Gisteren wist ik nog van niets, en nu sta ik hier. Ik voel geen druk. Belangrijk is, dat we de wedstrijd een beetje goed indelen. Vorig jaar was ik na vijf kilometer al stuk, en kwam ik kokhalzend over de finish.”

Achmed staat er als vader ook een beetje gespannen bij. “Ik heb er groot vertrouwen in, de anderen moeten zich een beetje aanpassen aan de jongsten.” Daar lijkt Thimo geen moeite mee te hebben. De captain van de ploeg roemt de sfeer rondom de wedstrijd. “Dit is toch prachtig, sportief, gezellig, ik heb er zin in.”

nck

Iedereen is zo goed gemutst dat de start bijna wordt gemist. DTS wurmt zich langs andere wachtende teams, moet nog snel even de fietsen laten controleren, en dan het podium op. Vlak voor de start vraagt Pijke nog even aan Marc Smid van Hoorn: “Welke verzet hebben jullie?” Inderdaad, er werd niet gecontroleerd en Pijke moet even verwerken dat hij weer het brave jongetje van de klas is. Ze zijn goed weg, ze knallen, en oh wat zullen ze vreselijk diep gaan.

Ruim 47 minuten later denderen ze over de finish, gemiddeld: ruim 43 kilometer per uur. Bassir komt er maar een klein stukje achteraan. Tot dan toe dertiende tijd. Aan de gezichten na de finish is te zien dat het goed gegaan is, gelach, handen slaan in de lucht. Hoorn achter zich gelaten, met al die zware verzetten. Onze eerstejaars nieuwelingen hebben genadeloos toegeslagen. Denk je in, er rijden hier teams met jongens die bijna vier jaar ouder zijn. Als Bassir en Justin een minuut per jaar pakken, staan ze over een paar jaar zeker op het podium.

Maar gemakkelijk ging het niet. Liet Justin alles nog lekker over zich heenkomen, nu dreigt de wereld over hem heen te komen. Hij is dizzy, moet even gaan zitten. Maar er wordt niet gekotst. Dat is weer mooi meegenomen. Volgend jaar moet Justin nog even naar het materiaal kijken: “Mijn opzetstuurtje zat los. In de bochten was dat wel lastig, moest ik telkens aan mijn stuur trekken.”

Even later staat Justins fiets met los opzetstuurtje naast de bolide van Ramon Sinkeldam die met het team van Giant-Alpecin een paar dagen eerder nog vijfde was geworden bij het wereldkampioenschap tijdrijden. Er is nauwelijks verschil tussen de fietsen te zien. En ach, het gemiddelde van het A-team ligt een paar uur later ook eigenlijk helemaal niet zoveel hoger: Justin, Bassir, elk jaar 1 kilometer harder en dan rijden jullie over tien jaar, als jullie even oud zijn als Sinkeldam, even hard.

Zet ‘m op!

Henk Steenhuis

Author: DTS

Share This Post On